Bericht historie
24
19:30 uur, ds. W. VisscherApr
28
09:30 uur, ds. W. VisscherApr
28
16:30 uur, ds. W. VisscherApr
Geen nieuwsberichten beschikbaar
Van de predikant
Voor alle aankondigingen op deze pagina geldt uiteraard Deo Volente, zo God het wil.
28 augustus 2016 - Preken op zondag 28-8-2016
We zijn toegekomen aan Genesis 35:vers 1-15. Het gezin van Jakob, de kerk in die tijd, bevindt zich in zeer moeilijke omstandigheden. De steden in Kanaän maken zich op om de kerk uit te roeien. Ze zullen het bloedbad van Sichem wreken. Bovendien zijn er nog allerlei andere zaken. Als we eens opsommen wat Jakob overkomt dan is dat heel veel. We lezen over de verkrachting van Dina, de moord in Sichem, de plundering door de zonen van Jakob, de haat van de Kanaänieten, het ingrijpende overspel van Ruben, het sterven van Rachel en tenslotte het sterven van zijn vader Izak. Calvijn schrijft dat deze opeenvolging van rampen Jakob is overkomen opdat hij 'leerde hopen op een beter leven'. Calvijn bedoelt daar de overdenking van het toekomende leven. Wat een diepe gedachte wordt hier naan voren gebracht. Leed, verdriet, moeite overkomt ons opdat we leren hopen op een beter leven. Jakob was 97 toen hij Kanaän weer binnentrok. Hij is inmiddels 107 jaar geworden. Wat is er dus in de tien achterliggende jaren veel gebeurd. Het is moeite en verdriet geweest. En waar moet hij in de benauwdheid van dit moment naartoe. De Heere wijst hem de weg. Hij moet naar Bethel. En daar moet hij gaan wonen en een altaar oprichten (35:1). De God van Bethel is de Getrouwe. We zullen nadenken over Jakob opnieuw in Bethel. We staan stil bij twee gedachten:a. de weg erheen, vers 1-6
b. de zegen ervan, vers 7-15.
In de middagdienst staan we stil bij zondag 33. Deze zondag gaat over de waarachtige bekering. Er is een eerste bekering, de wedergeboorte. Er is ook een dagelijkse bekering in het leven van de kerk. Over die laatste bekering gaat het in zondag 33. Het gaat over de bekering in het leven der dankbaarheid. Een voorbeeld van een dergelijke bekering kunnen we lezen in de Klaagliederen hoofdstuk 5. Daar vraag Jeremia om bekering.
21 augustus 2016 - Preken op zondag 21-8-2016
We denken in de preken na over de heilsbelofte van God in een zondige wereld. Heel het Oude Testament gaat over deze grote belofte. Keer op keer blijkt dat God Zelf instaat voor de vervulling van deze belofte. De duivel zal alles proberen om deze belofte onvervuld te laten. Mensen zullen ook alles in het werk stellen om de vervulling niet echt dichterbij te brengen. De engelen zien met gespannen aandacht naar de werken van God in deze wereld. Keer op keer blijkt dat God door het onmogelijke heen Zijn heerlijke belofte stap voor stap tot vervulling brengt. Dat blijkt ook wel als we Genesis 34 lezen.Als we dat hoofdstuk uit de Bijbel lezen dan zakt de moed ons in de schoenen. Dina (een verbondskind) gaat kennelijk met verkeerde bedoelingen naar
Sichem. De heidense Sichem verkacht de dochter van Jakob. Jakob zwijgt als hij van dit verschrikkelijke nieuws hoort. Bij het verlies van Jozef reageerde Jakob heel anders. De broers handelen bedriegelijk, Simeon en Levi richten een waar bloedbad aan, alle broers slaan aan het plunderen en van enige geschoktheid over het bloedbad is geen sprake. Geen wonder dat in het hele hoofdstuk 34 de naam van God en Heere niet wordt genoemd. We zijn hier bij één van die diep zwarte bladzijden in de Schrift. Van mensen, ook niet van bekeerde mensen, hoeven we niets te verwachten als het gaat om de vervulling van Gods grote heilsbelofte. Dat leert ons dit hoofdstuk overvloedig.
Het is daarom wel heel opmerkelijk dat hoofdstuk 35 begint met het spreken van de Heere. In hoofdstuk 33 en 34 (een periode van ruim 10 jaren) heeft de Heere kennelijk niet nadrukkelijk gesproken. Dat is ook wel te begrijpen want Jakob woonde op een verkeerde plek. Hij moet naar Bethel, en na 10 jaren is hij er nog steeds niet. Dan zal God er hem brengen. De gelofte van Genesis 28 vers 20 moet worden betaald. Het is ruim 30 jaar later als Jakob in Bethel aankomt. Zou de steen (Gen. 28:18) er nog staan? Het is de Heere die hem er brengt. Zo en zo alleen staat God in voor de vervulling van Zijn beloften. God alleen zal het doen. De Heere volvoert Zijn welbehagen (Jes. 46:10).
Het gaat dus zondagmorgen over Gods heilsbelofte.
We letten dan op drie gedachten.
1. hopeloosheid
2. getrouwheid
3. verwondering.
"Daarna zeide God tot Jakob.." (Gen. 35:1). Het is de Heere die in onmogelijke en donkere omstandigheden gaat spreken. Daarna, daarna... na al die ellende blijft er maar één verwachting over. Dat is de God die het Jakob genadiglijk heeft verleend (Gen. 33:11).
Zondagmiddag gaan we beginnen met het derde deel van de catechismus. Het gaat dan over het stuk der dankbaarheid. Dankbaarheid betekent in de Schrift godsvrucht, leven naar Gods geboden, vroomheid. De vrucht van Gods genade in het leven van mensen is vroomheid, Godsvrucht. De boom, zo leert de Heere Jezus wordt aan de vrucht gekend.
We gaan nadenken over zondag 32. Deze zondag gaat vooral over de noodzaak van de ware dankbaarheid. De gelovigen beginnen een nieuw leven. Dit is voluit Bijbels. We lezen bijvoorbeeld van de apostel Paulus dat het aan de wet is gestorven opdat hij voor God, tot eer van God, zou leven (Gal. 2:19). Alle gelovigen kennen dus een nieuw leven. Als iemand geen leven kent in gehoorzaamheid aan Gods wet dan is hij of zij of onbekeerd of in zonde gevallen. In beide situaties is onmiddellijke bekering nodig. Want met een zondig leven kunnen we God niet ontmoeten. Dat is geen vrucht van het doorgaande werk van de Heilige Geest in het hart.
Thomas Boston (1676-1732)
De achterliggende periode ben ik enkele dagen (12) in Zeeland geweest. Daar hebben we onder andere gepreekt in Kapelle. Het was goed om daar geweest te zijn. We hebben gepeekt uit Exodus 16 en 17. Het gaat daar over het Brood uit de hemel en het Water uit de rots. In Amersfoort hebben we daar ook reeds over gepreekt. Het Brood en het Water wijzen naar Christus. Paulus zegt dat in 1 Kor. 10:4. Zo krijgt het Oude Testament dus een diepe heenwijzing naar de Christus der Schriften.
Ook heb ik in de achterliggende weken verschillende boeken gelezen. Een boekje wat met bijzonder trof was 'Het kromme in het levenslot' van Thomas Boston. Boston beschrijft in dit boek, wat hij vrijwel aan het eind van zijn leven geschreven heeft, hoe er om gegaan moet worden met lijden en verdriet. Er staan hele mooie en diepe passages in dit diepzinnige boekje. Laat ik zomaar eens een zin uit het boekje citeren: "De hemel is de plaats waar degenen worden ontvangen die blijk hebben gegeven dat zij de beproeving van het kromme (het verdriet, het lijden) hebben verdragen" (pag. 80). En nog een citaat: "Wat wij niet kunnen herstellen, moeten wij als een christen (leren, WV) dragen" (pag. 72). En tenslotte nog deze: "En, o, u mag gerust tot God komen en zeggen: 'Nu, Heere, U hebt van mij iets weggenomen dat zo aangenaam voor mij was, dat ik van U iets wil hebben, dat even goed is" (pag. 70). Kortom, een boekje wat de moeite zeer waard is, vooral als we verdriet, nood en zorgen hebben. Aanbevolen.
14 augustus 2016 - Preken op zondag 14 augustus 2016
We zijn weer in de periode van de vrij stoffen gekomen. Vorig jaar heb ik over Gods weg met Jakob gepreekt. Heel belangrijk was Gods toezegging dat de meerdere (Ezau) de mindere (Jakob) zou dienen (Gen. 25:23). Die belofte betekent dat Jakob de drager zou worden van de grote heilsbelofte. Deze belofte had God reeds in Genesis 3 vers 15 bekend gemaakt. Later ging die belofte over op Abraham (Gen. 12:1-6). Daarna werd Izak de drager van de belofte en reeds voor de geboorte van Jakob geeft de Heere Zelf aan dat Jakob de drager zal worden van de grote heilsbelofte. Wij weten dat daarna Juda de grote belofte heeft ontvangen. Lea was dus een moeder van Christus, de vrouw die God voor Jakob had uitgekozen. Uit haar werd Juda geboren.Jakob en Ezau is een tegenstelling als de dag en de nacht. Jakob was oprecht en woonde in een tent. Reeds in zijn jonge leven kwam de diepe godsvrucht en godsvreze openbaar. Heel anders lagen deze zaken bij Ezau. Die zwierf in het veld en achtte zelfs de eerstgeboortezegen niet de moeite waard. Jakob was van jongs af aan een rechtvaardige en Ezau een goddeloze. Een tegenstelling die we in de Psalmen zo vaak tegenkomen.
Het was daarom best wel merkwaardig dat Izak zijn zoon Ezau de grote zegen wilde geven. In de eeste plaats was dit tegen Gods nadrukkelijke belofte en in de tweede plaats sloot het ook helemaal niet aan bij de leefwijze van Ezau. De persoon die de eerstgeboortezegen ontving zou bijvoorbeeld ook het priesterambt in de familie moeten bedienen. Het behoeft weinig betoog dat er onder leiding van Ezau dan weinig van terecht zou komen.
Het is daarom goed te begrijpen dat Rebekka en Jakob in een zekere paniek raken als ze merken dat Izak de grote zegen aan Ezau wil doen toekomen. Dat is tegen Gods wil en dat zou de godsvrucht in de tenten van Izak grote schade aanbrengen. Helaas gaan ze wel verkeerde middelen (leugen) gebruiken om de zegen op Jakob te brengen. Maar het doel wat ze met deze gang voor hebben is recht en naar de wil van God. De kanttekeningen op de SV op Genesis 27 zijn op dit punt buitengewoon leerzaam en belangrijk.
We waren inmiddels gekomen tot Genesis 33. In het slot van Genesis 32 lezen we de ingrijpende ontmoeting te Pniël. Jakob worstelt daar, met de dood voor ogen, met 'een Man'. Dat kanttekening zegt dat hiermee de Zoon van God, Christus wordt bedoeld. Jakob weet ook dat sterven God onmoeten betekent. Morgen zal het dus sterven worden en hoe zal dat kunnen. Wel, dat kan alleen als we Christus persoonlijk tot ons deel hebben. Vandaar die intense worsteling. Vandaar ook die bede om Zijn zegen. En Jakob heeft door het ware geloof Christus aangegrepen. Vandaar dat we lezen dat zijn ziel is gered geweest. Eigenlijk vinden we hier een heenwijzing naar wat later in het Nieuwe Testament zo duidelijk en heerlijk wordt geleerd. Zonder geloof in Christus staat een zondaar niet recht voor God. Alleen het ware geloof, wat verenigt met Christus, stelt een verloren mens recht voor God. Door dat geloof wordt een zondaar behouden. Daardoor alleen. Rom. 5 vers 1!
In Genesis 33 zien we de ontmoeting met Ezau. Wonder boven wonder komt er een verzoening tussen de twee broers tot stand. De Heere waakt over het leven van Jakob. Het gaat dus in dit hoofdstuk over de terugkeer van Jakob in Kanaän. We staan stil bij een tweetal gedachten.
1. de goddelijke leiding en bescherming, vers 1-11
2. een aangrijpend verschil, 12-20. Na de ontmoeting gaan de twee broers hun eigen weg. Dat is eigenlijk heel aangrijpend. Beiden zijn besneden, beiden hebben godzalige ouders gehad, beiden hebben gehoord en gezien van de offers en de komende Verlosser, beiden weten van Gods bemoeienis in hun leven. Beiden leven op het erf van Gods verbond. Ezau echter gaat niet in Kanaän wonen. Hij gaat naar Seïr, een heidens land. Meer en meer zal de vijandschap tegen God en zijn dienst in dit volk (Edom) openbaar komen. Meer en meer wijkt Ezau af van de goede weg. Jakob echter mag door genade naar Kanaän gaan. Dat is het land der belofte. Overigens gaat Jakob nog niet gelijk naar de plaats waar hij naartoe moet uit kracht van de gelofte (Gen. 28:20). Hij moet dus ook nog heel veel leren. Er zijn zeer pijnlijke wegen nodig (Genesis 34) om Jakob op de plaats de krijgen waar God hem hebben wil. Maar daar staan we dan volgende week bij stil.
Zondagmiddag staan we stil bij zondag 31 van de catechismus. Het gaat over de sleutelen des hemelrijks. Eerst staan we stil bij de prediking van het Evangelie. Daarna letten we op de handhaving van de kerkelijke tucht, onderwijzing. Tucht is zoveel als door woorden en voorbeeld anderen op de goede weg brengen en houden. Tucht is een taak, in de eerste plaats, van de hele christelijke gemeente. Als we dingen zien bij anderen die niet goed zijn dan moeten we persoonlijk die ander daarop aanspreken. En voor hem of haar bidden.
William Bates (1625-1662)
Ik las dezer dagen het boekje 'Het gevaar van welvaart'. Dit boekje is geschreven door William Bates een puriteins prediker. Het boekje is uitgegeven bij uitgeverij de Banier. Het valt op door zijn acualiteit en zeggingskracht. Het lijkt soms wel of Bates geleefd heeft in onze tijd. Wij leven in een echte welvaartstijd. Daarin zijn de dingen van het lichaam belangrijker dan de dingen van de geest. De Bijbel leert ons precies het omgekeerde. De geest is oneindig veel belangrijker dan het lichaam. Ten diepste is het lichaam een instrument voor de geest. Uit het boekje van Bates een kernachtig citaat:
"Niets brengt meer verloren zielen in de hel dan het uitstel van de bekering tot een later tijdstip".
In een dergelijke citaat zie je eigenlijk alle elementen van de puriteinse prediking kernachtig terugkomen. Laat is enkele elementen noemen:
1. de puriteinen spreken heldere taal. Geen moment hoeft de lezer of de hoorder te denken wat zou er wel niet bedoeld kunnen worden.
2. de puriteinen spreken bijbelse taal. Hel en hemel, Adam en Christus, wet en Evangelie zijn de grot waarheden waar ze voordurend op wijzen.
3. de puriteinen weten van het grote gewicht van de eeuwigheid. We maken verschil tussen tijd en eeuwigheid. Vaak zijn wij maar bezig met de dingen van de tijd. Puriteinen wijzen keer op keer op de dingen van de eeuwigheid. Daar gaat het ten diepste om.
4. de puriteinen stellen de mens voluit verantwoordelijk. De mens is diep gevallen. Dat is echter geen lot of feit, maar het is schuld. We leven in een schuldige onmacht en onwil. Het is vooral het niet-willen wat Bates keer op keer naar voren brengt.
5. de puriteinen weten alleen van de genade in en door Christus. Zonder Christus heeft een mens helemaal niets en kan hij of zij ook niet voor God verschijnen. Alleen door een waar geloof staat een zondaar recht voor God.
Dit zijn enkele gedachten die in het boekje van Bates te vinden zijn. Graag bevelen we het ter lezing aan.
(3 items) | 1 |