Bericht historie
21
09:30 uur, ds. W. VisscherApr
21
16:30 uur, ds. W. VisscherApr
24
19:30 uur, ds. W. VisscherApr
Geen nieuwsberichten beschikbaar
Van de predikant
Voor alle aankondigingen op deze pagina geldt uiteraard Deo Volente, zo God het wil.
30 oktober 2016 - Preken voor zondag 30 oktober 2016
We gaan deze zondag weer verder in de overdenking van Gods weg van heil door de geschiedenis. Eigenlijk is dat het enige wat van betekenis is. Alle andere zaken zijn maar bijzaak. In Genesis lezen we hoe God Zijn belofte geeft en vervult. We richten ons daarbij op de periode van het leven van Jakob. En we zijn toegekomen aan hoofdstuk 45. In hoofdstuk 44 vers 18-34 lezen we de woorden van Juda tegenover Jozef. Ergens lazen we: 'In de rede van Juda is het hoogtepunt van de hele geschiedenis bereikt'. Daar immers laat de Schrift licht vallen op de voorgang van Gods heilsbelofte in een verloren wereld. Wat een wonder dat God voorgaat in een zondige wereld. Wij zouden er allang mee opgehouden zijn.In hoofdstuk 45 maakt Jozef zich aan de broers bekend. Daarvan schrikken ze natuurlijk hevig. Maar ook blijkt genade want Jozef heeft zijn broeders de zonde vergeven. Genade maakt mild en vergevingsgezind. Zonder genade zijn mensen hard en op zichzelf gericht. Bij Jozef is dat anders, door de genade Gods die in hem is.
Daarna geeft Jozef zijn broers opdracht om naar Kanaän te aan en zijn vader Jakob op te halen. In Egypte zal Jozef dan voor zijn vader zorgen en zijn broers zullen in Gosen mogen wonen. Daar in Egypte zal dan het volk Israël worden geboren en gaan groeien. De Heere heeft Zijn volk uit Egypte geleid. Jakob ontvangt van de broers de boodschap dat Jozef nog leeft. We hopen stil te staan bij de leerzame tekst dat Jozef nog leeft (Gen. 45:26).
In deze tekst moeten we natuurlijk eerste de feiten van toen laten spreken. Prediking is eerst en vooral uitleg van het Woord van God. Wat moet het bemoedigend voor Jakob zijn geweest dat Jozef nog leeft. In alle ellende van de honger en de verwording klinkt er onverwachts weer een nieuwe bemoediging. Na de belijdenis van Juda is dit opnieuw een onderstreping van Gods gunst in het leven van Jakob. Ook zullen er vragen zijn gesteld aan de broers, die immers hun vader ruim 20 jaar hebben voorgelogen. Toch kwam er een goede boodschap voor Jakob in bange omstandigheden.
We kunnen in dit gedeelte ook typologie vinden. De geschiedenis staat immers in de Bijbel en wijst heen naar Christus. Overigens moeten we met typologie altijd zeer zorgvuldig zijn. Typologie is altijd maar ten dele en kan nooit in alle opzichten worden doorgetrokken. Kijk, Juda was in zijn borgstelling een voorbeeld van de Heere Jezus in zijn priesterlijk werk. Op dat punt is er analogie, gelijkenis. Op andere punten natuurlijk weer niet. Niemand in het Oude Testament is bijvoorbeeld een type van de Heere Jezus in Zijn twee naturen. De typologie beperkt zich vaak tot de ambten, de namen en de staten van de Heere Jezus. Mozes is bijvoorbeeld een type van Christus als profeet. Simson is een type van Christus als Koning. Boaz is een type van Christus als Borg. Juda is ook een type als Borg, die instaat voor een ander. Jozef is ook een type van Christus. Hij is een type van Christus als Verlosser. Op dat punt is er dus gelijkenis tussen de Heere Jezus en Jozef. Op andere punten dus niet. Jozef is bijvoorbeeld geen type van Christus als profeet. Typologie is altijd ten dele en altijd beperkt. We mogen niet zomaar lijnen doortrekken. Dan leggen we dingen in de Schrift die de Heilige Geest niet heeft bedoeld. En daarmee doen we Hem oneer aan.
We hopen stil te staan bij de gedachte Jozef leeft nog (vers 26).
a. de nood van Jakob, Toen...
b. de genade voor Jakob, Jozef leeft nog. We zien een levende Jozef, een machtige Jozef en een zorgende Jozef. Daar ligt dus onderwijs.
c. het geloof van Jakob. Het is genoeg (vers 28). We zien het geloofsvoorwerp (Jozef leeft), de geloofsgave (werd ... levendig, vers 27), de geloofsdaad (ik zal gaan, vers 28).
In de middagdienst hopen we stil te staan bij zondag 39. Die zondag gaat over het vijfde gebod. Dit gebod gaat over gezag. de taak van de gezagsdragers want gezag is wat anders dan het oefenen van tirannie. Het gaat ook over het ontvangen van gezag. Gehoorzaamheid is een kernwoord in de Schrift.
23 oktober 2016 - Preken voor zondag 23 oktober 2016
We gaan deze zondag weer verder met de geschiedenis uit Genesis. Mochten mensen daar vragen over hebben dan kunt u gerust even bellen of mailen. We weten inmiddels wel dat het in deze hoofdstukken niet in de eerste plaats om mensen gaat maar om de voortgang van Gods heil en de realisering van de belofte door de onmogelijkheid heen. We bedenken voortdurend dat er staat in Jesaja 'Mijn Raad zal bestaan, Ik zal Mijn welbehagen doen'. God voert door de eeuwen heen zijn heilsraad uit. Dat mag rust geven in moeilijke tijden. God doet niets verkeerd en het gaat naar de vervulling van Gods belofte.We zijn toegekomen aan Genesis 43:1-15. De broers gaan in dit hoofdstuk voor de tweede keer naar Egypte. Aan het begin van dit hoofdstuk zien we dat Jakob zijn zonen maant om naar Egypte te gaan om koren te kopen. De broers willen echter alleen als Benjamin meegaat. Jakob wil dit niet omdat het zijn geliefde zoon is. Dan echter treedt Juda naar voren en zegt: 'Ik zal borg voor hem zijn'. Juda bedoelt; wat er ook gebeurt ik zal voor Benjamin zorgen. Stel dat Egypte hem als slaaf wil hebben. Dan zal ik in zijn plaats gaan staan. Stel dat ze Benjamin willen doden. Dan zal Juda dat vonnis op zich nemen. Juda stelt zich met zijn leven garant voor zijn broer Benjamin. Op die verklaring laat Jakob Benjemin met de broers meegaan.
Wat moeten de woorden van Juda een diepe indruk op Jakob hebben gemaakt. Wat heeft hij daarin ook iets van Gods trouw en goedheid gehoord. Want het stond er allemaal niet zo best voor met Jakob en zijn gezin. Ruben pleegde overspel met één van zijn vrouwen, deed vreemde voorstellen rond zijn eigen kinderen (Gen. 42:37). Simeon zat in Egypte gevangen. Levi had met zijn broer Sichem uitgemoord. Zelf was hij inmiddels rond 130 jaar oud, de tijd waarop zijn vader de grote zegen aan hen overdroeg. Jozef was voor zijn gedachten gedood. Rachel overleden, mogelijk Lea ook al. En de honger was zwaar, vers 1. Kortom, huiselijk, maatschappelijk (honger) en geestelijk een zeer, zeer donkere tijd. Hoe moet het verder met Gods beloften. Zou dan Benjamin de drager van de belofte moeten zijn? We kunnen ons de twijfel, de worsteling, de vragen van de oude patriach zomaar indenken. Het moet heel moeilijk voor hem geweest zijn. De Schrift spreekt over grauwe haren (Gen. 42:38). En dan opeens, 'Ik zal borg voor hem zijn'. Wat is er met Juda gebeurd? In hoofdstuk 38 kunnen we nog lezen dat hij woonde bij een man uit Kanaan. We kunnen daar ook lezen dat hij het niet zo nauw nam met Gods geboden. En hij deed gewoon mee in de verkoping van zijn broer Jozef naar Egypte. En dan, plotseling en onverwachts: 'Ik zal borg voor hem zijn'. Een diepe liefde tot zijn broer en zijn vader komt hier openbaar. Verderop blijkt ook wel dat die geen woorden zijn geweest van Juda (Gen. 44:18-34). En op zijn sterfbed mag Jakob aan Juda de grote zegen overdragen (Gen. 49:8). Hier breekt het troostvolle Evangelie door in het leven van Jakob. De Heere zoekt hem in zijn ellende en verdriet op. En Hij toont zijn onveranderlijke trouw. Juda is van een goddeloze in een kind van God veranderd en de voortgang van het heil wordt duidelijk. Wat een heerlijke woorden voor Jakob en voor heel de kerk. Wat een rijke woorden ook. Want borg wijst heen naar Christus. Hij is de volkomen Borg van Zijn kerk.
We gaan dus stilstaan bij Gen. 43:1-15. Ik zal borg voor hem zijn. We letten dan op twee gedachten. De noodzaak van deze toezegging en de betekenis van deze toezegging. Ik zal Borg zijn, wat een troostvol onderwijs over het priesterlijk ambt van Christus wordt hier duidelijk. Hij zal Zich geven voor Zijn kerk. En dat volkomen. Juda is daarvan een type.
In de middagdienst hopen we stil te staan bij zondag 38. Die zondag gaat over het vierde gebod. We horen dan dat we naar Gods huis getrouw moeten komen om daar Gods Woord te horen. Wat is het een zegen dat we dat mogen. Wat schept het een verantwoordelijkheid dat God het geeft. Wat is het erg als we zonder wettige reden wegblijven uit de kerk. We hopen er bij stil te staan.
19 oktober 2016 - Bijbellezing
Op 19 oktober 2016 willen we stilstaan bij Jesaja 19en 20. Deze hoofdstukken bevatten een profetie over Egypte. Egypte heeft in de Bijbel een belangrijke plaats. In deze twee hoofstukken lezen we een profetie over Egypte.We letten daarbij op drie gedachten
a. het oordeel over Egypte, 19:1-15
b. de genade over Egypte, 19, 16-25
c. de bevestiging van de profetie, 20.
16 oktober 2016 - Preken op zondag 16 oktober 2016
Zondagmorgen hopen we weer verder te gaan met de overdenking van Genesis. Het gaat in dit Bijbelboek in de eerste plaats om de volvoering van Gods Raad. De Heere heeft in Genesis 3 vers 15 een Vrouwenzaad beloofd. Dat Zaad zal de kop van satan vermorzelen. We lezen dan vervolgens in de Bijbel hoe de Heere in een wereld van zonde, vijandschap, dood en oordeel Zijn Raad tot uitvoering brengt. De duivel en de zonde houden Gods Raad niet tegen, sterker nog alles moet meewerken om de beloofde Zaligmaker te laten komen. En Hij is gekomen. In Lukas 2 vers 7 lezen we dat het Kind Jezus is geboren. Het Woord is vlees geworden en Het heeft onder ons gewoond. Het is belangrijk om dit te benaderukken, anders raken we het spoor in het lezen van de Bijbel bijster. Dan zou zomaar de mens centraal kunnen staan en dat is natuurlijk nooit de bedoeling.Wel echter gebruikt de Heere mensen om Zijn Raad te volvoeren. Abraham, Izak en Jakob behoren tot de aartsvaders en aan hen heeft de Heere de heilsbelofte gedaan. Van Abraham gaat de belofte over op Izak en van Izak naar Jakob en van Jakob naar Juda en van Juda naar Perez (Gen. 38) en van Perez naar Hezron (Gen. 46:12). En zo verder naar Jozef en Maria waaruit de Christus geboren is. De God van de Bijbel is een belovende en volbrengende God. Dwars door alle tegenstand heen vervult God Zijn belofte. Dat is de grote boodschap van Genesis. En Jakob mag daarin een schakel zijn in Gods Raad.
Veel hebben we inmiddels over Jakob en zijn leven overdacht. In Genesis 37 vers 2 begint eigenlijk de geschiedenis (hebr. toledoot) van Jakob. Jakob is een vreemdeling geworden en gebleven. Ezau daarentegen heeft het land van de vreemdelingschap verlaten. En dat voorgoed. Schrikkelijke gedachte, gebroken met God en Zijn dienst en een eigen weg gegaan. Weliswaar kwamen er koningen en vorsten uit hem voort, maar het was alles niet in de gunst van God. Hij is er eeuwig mee omgekomen. Een leven wat als waarschuwing in de Schrift wordt beschreven. Allerlei werelds goed en allerlei voorspoed brengt ons niet dichter bij God. Calvijn noemt alle voorspoed van Ezau een 'luchtbel'. Wat een ontzetting als die bij het sterven zal knappen.
De geschiedenis van Jakob gaat echter veder. We laten de geschiedenis van Jozef verder liggen en we beperken ons tot de delen van Jakob. Hij is tenslotte de drager van de belofte. In het slot van hoofdstuk 37 (vers 31-36) vinden we dan weer iets over Jakob. Door zijn kinderen wordt hij bedrogen rond het moordplan over Jozef. Diepe rouw maakt zich van hem meester. We hopen zondagmorgen stil te staan bij 'uw zoons rok' (vers 32). We letten dan op drie gedachten.
a. de zonde van de broers, 31-32
b. het verdriet van Jakob, 33-35
c. de leiding van God, 36.
Jakob verkeert in diepe rouw en ondertussen voert God Zijn raad uit. Jozef moest naar Egypte om een groot volk te behouden. Alle dingen zullen medewerken ten goede (Rom. 8:28). Zo volvoert de Heere Zijn Raad.
In de middagdienst hopen we stil te staan bij zondag 37 van de catechismus. Deze zondag lijkt wat gedateerd, maar het is goed om ook in deze tijd aandacht te vragen voor Gods getuigenis in het publieke leven. Onze Gereformeerde Belijdenis wil er niet van weten dat we ons maar terugtrekken uit de wereld. We hebben onze roeping te verstaan en te volbrengen. Tot heil van onze naaste en tot eer van God.
9 oktober 2016 - Preken voor zondag 9 oktober 2016.
Ik hoop weer verder te gaan in de overdenking van de heilsgeschiedenis van Genesis. We zijn gekomen aan hoofdstuk 36 van Genesis. Dat is een lang hoofstuk met een heleboel namen van nakomenlingen van Ezau. Wat staat er eigenlijk in dit hoofdstuk en wat is de bedoeling ervan? Dat zijn belangrijke vragen bij dit hoofdstuk. In vers 6-7 lezen we dat Ezau het land van de vreemdelingschap (Kanaän) verlaat. Kennelijk zijn er andere gebieden waar het beter wonen is. Het is bij Ezau eigenlijk net als bij Lot, die koos voor de vlakte van Sodom (Gen. 13:11). Zo trekt Ezau naar Seïr, Edom. Kennelijk wil hij daar als mens leven en groot zijn. We weten inmiddels wel dat Ezau met God en zijn dienst heeft gebroken. Hij nam heidense vrouwen, hij zwierf in het veld, hij verachtte de eerstgeboorte. Allemaal zaken waaruit bleek dat Ezau niet er verlangde naar de vervulling van de belofte aan Abraham. Zijn leven was gericht op de aardse goederen. En dat leek heel aardig te gaan. Genesis 36 laat ons zien wat de weg is van de goddeloze. Iemand die voorspoed heeft in de wereld en zich verder van God en Zijn dienst niet veel aantrekt. Over dergelijke mensen kunnen we ook lezen in Psalm 73 vers 3-12. Het zijn mensen die rust in de wereld hebben. Asaf had het er maar moeilijk mee. Ezau heeft rust, voorspoed, rijkdom, nageslacht in Edom. Wat een wonderlijke en aangrijpende zaak. Maar de Bijbel zegt meer over de weg der goddelozen. We komen Edom nog wel vaker tegen in de Bijbel. Vooral Ezechiël 35 is heel leerzaam en waarschuwend. Wie de vreemdelingschap verlaat, die heeft veel te vrezen. De weg van Ezau eindigt in de dood.Daar tegenover staat het leven van Jakob. We lezen nadrukkelijk in vers 37:1 dat hij woonde in het land der vreemdelingschappen. En Jakob is een vreemdeling gebleven. Het geluk van Ezau is, naar het woord van Calvijn, een zeepbel, terwijl het leven van Jakob tenslotte eindigt in eeuwige redding. Hij is de pelgrim, die na een lange zwerftocht op de aarde, is thuisgekomen. Zo gaat het dus over de vreemdelingschap. We letten daarbij eerst op de weg van Ezau (Gen. 36, lees dat hoofdstuk eens rustig door!) en daarna over de weg van Jakob (Gen. 37:1). We kunnen daarbij bijvoorbeeld Psalm 1 of 73 in gedachten houden.
Zondagmiddag zal er bediening zijn van de Heilige Doop. We dopen onze kinderen omdat ze in de gemeente Gods en in Zijn verbond begrepen zijn. Het begrepen zijn in het verbond is de grond voor de kinderdoop, aldus de Catechismus in antwoord 74. Er is echter wel verschil in het in zijn in het verbond. Sommigen zijn alleen uitwendig in het verbond. Door Gods genade en door wedergeboorte komen we in het wezen van het verbond. We houder er echter wel aan vast dat de kinderen in het verbond begrepen zijn. Dat is de leer van de catechismus.
De doop heeft ook een diepe betekenis. Ze wijst op Christus en Zijn genade. We hopen in de middagdienst daarbij stil te staan. De tekst is Ezech. 36 vers 24 en 25. Het gaat in deze tekst om reiniging. We letten dan op de oorzaak (vers 24) van de reiniging en de inhoud (vers 25) van de reiniging.
(5 items) | 1 |